“Travel like a local” was ons idee toen wij plannen voor Maleisië begonnen te maken. En tegenwoordig reizen heel veel Maleisiërs met hun eigen auto. Daarom lag het voor ons voor de hand dat ook te doen en een auto te huren. Dat hebben we zowel op het Maleisisch schiereiland als op Sarawak (Borneo) gedaan. En het reist zo comfortabel, in een auto met airco van het ene hotel naar het andere. Het enige waar de meeste bezoekers even aan zullen moeten wennen is het linkse verkeer, dat soms ook heel druk kan zijn. Maar Bert was dat gewend van vorige trips en Sibylle is altijd een uitstekende navigator! Wij genieten altijd van dit teamwerk. Op de onderstaande foto persen wij ons door Georgetown.
In veel opzichten is Maleisië een volkomen ontwikkeld land. Er is ook een netwerk van autosnelwegen. Dat is handig om grote afstanden af te leggen. De onderstaande foto is genomen in de buurt van Kuala Lumpur. We waren toen op weg van Melakka naar Ipoh, een afstand van ca. 350 KM. Als je de teksten op de boorden vervangt door Spaanse of Italiaanse plaatsnamen, kan de foto ook in Zuid-Europa genomen zijn.
Maar zodra je in het achterland komt worden de wegen direct veel smaller, maar nog steeds goed berijdbaar. Dat geldt vooral ook voor Sarawak en Sabah op Borneo. Bovendien is het wegennet daar nog niet overal even ver ontwikkeld. O.a. vanwege rivieren en de moerasgebieden aan de kust. Daarom wordt er in deze regio’s nog steeds gebruik gemaakt van de vertrouwde pont, zoals hier in de omgeving van Kuching.
Tenslotte nog een tip. Ook in Maleisië is het mogelijk een auto op het ene punt op te halen en op een ander punt af te geven. Wij haalden onze auto op bij het internationale vliegveld van Kuala Lumpur – kijk wel uit met de jet-lag als je daar gevoelig voor bent – en gaven hem af in Georgetown. Dat geeft zoveel meer flexibiliteit.