We hadden onze reisvergunning voor de piste van In-Amenas naar Djanet al in onze zak. En we wilden net wegrijden richting Djanet, toen we een zware “kloink” hoorden vanuit de achteras, gevolgd door geluid van aanlopend metaal. We wisten direkt dat dit foute boel was. Bij inspectie bleek dat we een oliespoor op de weg achter lieten. Die olie kwam vanuit een gat in de achteras. Dat betekende dus sleutelen, de job van Hans en Bert.
Omdat het overdag 40 graden was, besloten we een goede sleutelplaats op te zoeken, maar wel te wachten voordat het avond was voordat we onder de auto doken. De eerste stap was om het differentieel uit de achteras te nemen, zodat we konden zien wat de schade was en te bepalen hoe die was ontstaan. Bij een Land Rover kan dat terwijl de auto toch gewoon op zijn 4 wielen blijft staan. Op het plaatje boven zijn Hans en Bert bij het licht van een looplamp aan de slag.
Na een paar uur hadden we het complete differentieel in onze handen. En het was direct duidelijk wat er gebeurd was. Iedere auto heeft in de achteras een zgn. differentieel. Dat zorgt dat de wielen bij het nemen van een bocht met verschillende snelheden kunnen draaien. Dat differentieel zit gemonteerd op het zgn. kroonwiel dat op zijn beurt via het pignon-tandwiel door de cardanas wordt aangedreven.
Bij de Land Rover zit het differentieel met 10 bouten gemonteerd op het kroonwiel. Om te voorkomen dat die bouten los kunnen lopen, worden ze per paar gezekerd met een borgplaat. Bij onze Land Rover was dat in de fabriek echter niet goed gebeurd. Daarom waren de meeste bouten, los gelopen en afgebroken. Dat is in de bovenstaande foto te zien bij de drie rode pijlen. Onze Land Rover, afkomstig van Shell, had nooit veel gereden, maar nu hij in het terrijn zwaar werd belast kwam deze fabrieksfout aan het licht.
De afgebroken bouten waren door het draaiende kroonwiel door de achteras naar buiten gedrukt, daarmee was het gat en de olielekkage verklaard. Staalsplinters waren bovendien in een rollager terecht gekomen, dat nu totall-los was. Maar verder viel de schade gelukkig mee, er had nog veel meer beschadigd kunnen zijn.
We besloten alles verder te demonteren en met benzine schoon te maken. En de volgende dag op zoek te gaan naar een nieuw lager, naar bouten en een mogelijkheid om de achteras te laten dicht lassen.
De volgende dag gingen we op pad, de auto kon nog rijden op de voorwiel aandrijving. De plaats In Amenas leeft van de olieindustrie. Een lasser kon dus niet ver weg zijn. Die vonden wij bij de firma Schlumberger, een bekend bedrijf in de olie service-industrie. Ze lasten de as dicht en wisten ook een Touareg-mecanic voor ons, waar we gebruikte reserveonderdelen konden krijgen. Gelukkig had hij wat we zochten.
Terug op onze sleutelplaats, gingen we aan de slag. Het nieuw lager moest met een hydraulische krik op het differentieelhuis worden geperst en het kroonwiel en pignon-tandwiel moesten zeer nauwkeurig worden afgesteld. Dat laatste is te zien op de bovenstaande foto.
Na ca. 12 uur was alles gemonteerd en de Land Rover weer reiswaardig. De vuurproef volgde direct de volgende dag, toen we de piste namen naar Djanet. Die piste was zonder 4 X 4 onbegaanbaar. Maar het differentieel heeft ons nooit meer in de steek gelaten.