Gevaren onderweg

Reizen in de buurlanden van Zuid-Afrika was vaak gevaarlijk. Dat hadden we snel geleerd. Zowel door eigen ervaring als door reisadviezen en route informatie, die we onderweg steeds kregen. Er waren twee oorzaken. Om te beginnen de bush oorlog in Rhodesië. Wij hebben het “front” twee maal gekruist. En natuurlijk het niet aanwezig zijn van een functionerende rechtsorde, vooral in Zambia.

The last miles

De weg vlak voor de grens met Mozambique

Onze eerste ervaring was de rit van Salisbury (nu Harare) naar de grens met Mozambique. Dit was oorlogsgebied. Alleen reizen was te gevaarlijk en daarom werden we “ingelast” in een konvooi van het Rhodesische leger. We reden uren lang in het pikke donker, tussen Bedford trucks en Land Rovers in. Daarin zaten zwaar bewapende Selous Scouts. De auto’s waren uitgerust met roll-bars, zodat de inzittenden niet verpletterd zouden worden als de truck zou kantelen, wanneer hij op een mijn reed. Midden in de nacht kwamen we aan in een legerkamp, waar we de nacht doorbrachten.

De volgende dag werden we door de militairen wakker gemaakt. Ze vertelden dat de weg naar de grens met Mozambique nu veilig leek volgens hun laatste informatie, maar dat we ook direct moesten vertrekken. “En kijk of er in de weg is gegraven, want dat kan een landmijn zijn”, was hun dringende advies.

Met drie paar ogen strak op de weg gericht, reden we de laatste 7 kilometer naar de grens. En we hadden onze Nederlandse paspoorten al in de hand. Want we verwachtten geen vriendelijke ontvangst van een auto met Zuid-Afrikaans kenteken. Maar dat pakte anders uit. “The Dutch are our friends” riepen ze direct. En dat kwam door de Nederlandse minister van ontwikkelingshulp, Jan Pronk. Het verhaal over zijn royale financiële ondersteuning van landen zoals Mozambique, was zelfs tot diep in de Afrikaanse bush doorgedrongen.

Luangwa Bridge

De brug over de Luangwa

Een andere bedreigende situatie ontstond in Zambia. De Great East Road kruist via de Luangwa brug de Luangwa rivier. Remo en ik hadden de brug gefotografeerd vanaf een uitzichtpunt. Maar toen we de brug op wilden, werden we aangehouden door militairen die òf dronken waren òf onder de drugs zaten. Moeilijk sprekend duwden ze ons Kalasjnikows onder onze neus en zeiden dat we moesten uitstappen. Het misdrijf was het fotograferen van de brug. Eén van de militairen pakte mijn camera en stond op het punt hem over de brugleuning te slingeren. Maar ik pakte hem snel terug, trok voor iedereen duidelijk zichtbaar de film er uit en gaf hem aan de dienstdoende soldaat. Dat bleek genoeg te zijn. De film was weliswaar verloren maar de camera niet. Na enige de-escalerende gesprekken en een waarschuwing mochten we verder. Wat ze echter niet gezien hadden, was dat Remo ook gefotografeerd had. Hij had zijn camera ondertussen snel in de auto verstopt. En zo hebben we toch nog foto’s van de brug en van een aantal dagen die daaraan vooraf zijn gegaan.

Zambian road

De weg, niet zo ver van het “Locus Delicti”

In Zambia waren ook de roofovervallen berucht op auto’s die ’s avonds nog alleen onderweg waren. In Rhodesië waren we daar al voor gewaarschuwd. Niet zelden werden slachtoffers niet alleen beroofd maar ook met machetes vermoord. Die bewuste avond hadden we op een klein parkeerplaatsje gegeten en waren juist aan het inpakken, toen er een pick-up truckje met drie mannen er in, de parkeerplaats op kwam rijden. Ze beken ons uitvoerig maar reden daarna weer weg. Toen wij een kwartier later weg reden was het inmiddels pikkedonker, dat gaat altijd snel in de tropen. We waren goed en wel op weg, of daar stond de pick-up midden op de weg met de drie mannen zwaaiend er voor. Het leek wel of de auto op wonderbaarlijke wijze midden op de weg pech had gekregen. Ik reed op dat moment, bedacht me geen seconde en gaf vol gas. Een zwaar beladen Land Rover accelereert niet erg snel, maar aan het gejank van de versnellingsbak is van ver hoorbaar dat er in ieder geval flink gas gegeven wordt. Op het allerlaatste moment sprongen de mannen weg. Het was echt de vraag wie er het eerst met zijn ogen zou knipperen. Wij dus niet. Maar spannend was het wel. Die avond hebben we op het terrein van een politiepost kunnen slapen. Het is altijd raden hoe het ook anders had kunnen aflopen. Dus dat doe ik ook maar niet.

Zambezi River

De Zambezie tussen Kazungula en Vic Falls

Maar het “feest” in Zambia was nog niet afgelopen. Aan het eind van de volgende dag kwamen we bij de grensovergang tussen Zambia en Botswana aan. Er gaat daar een ponton ferry tussen de plaatsjes Kazungula en Kasane. Dat was de enige manier om de rivier de Zambezie, en daarmee ook de grens, over te steken. Het kostte ongeveer een uur om de douane formaliteiten te vervullen. Vervolgens wilden we de ferry op rijden. Maar het was net 18U00. Dus de ferry ging niet meer die dag. Dat was heel vervelend. Een douane ambtenaar kwam naar ons toe en zei dat we hier in de bush konden slapen, maar dat we vooral uit het zicht van de weg moesten zien te komen. Dat deden we dus. We kookten die avond en besloten verder geen licht te maken en vroeg naar bed te gaan. En we konden direct wegrijden als het moest. Midden in de nacht werden we wakker van het geluid van ratelende machine geweren. En dat hield erg lang aan. We waren weer in het gebied van de bush oorlog. Daarom moesten we natuurlijk uit het zicht blijven. Gelukkig zijn we zelf niet beschoten. Maar we waren blij dat we de volgende dag de eerste ferry naar Kasane konden nemen.