Dit is het aankoopbedrag van onze Land Rover, 1200 Rand contant. Wij verdienden 400 Rand per maand. En omdat we geen voorschot op ons salaris konden krijgen – daar krijgen de klerken nachtmerries van zei onze baas, Prof. Dr. Daan van Wyk – moesten wij het bedrag lenen bij een bank. Prof van Wyk stond wel persoonlijk borg, want hij wilde ons graag helpen met de reis. En daar bleef het niet bij. We kregen ook de mogelijkheid om een maand onbetaald verlof op te nemen, als we daarna een maand langer bleven werken.
Dat wij op reis gingen kreeg al snel een eigen dynamiek. We kregen hulp in de vorm van kampeeruitrusting en Land Rover onderdelen die we konden lenen. Dat alles hoefden we dus niet te kopen. Onze Land Rover, die we feitelijk van een collega gekocht hadden, hadden we formeel echter “geleend”. Dat scheelde weer papierwinkel en een autokeuring. Weer een andere collega deed laswerk voor ons. En zo maar door.
Ook kregen we veel reistips en route adviezen. Dat laatste was erg belangrijk, omdat de politieke situatie in de buurlanden van Zuid-Afrika snel veranderde. Het bleek uiteindelijk dat we ons vooral ter plekke moesten oriënteren of een route veilig of begaanbaar was.